Maandelijks archief: juni 2012
Morgen vertrek ik
Morgen ga ik. Zonder omhaal van woorden
trek ik mijn wandelschoenen aan of
neem het vliegtuig naar verder.
Morgen klim ik over de horizon, het onbekende
in. Ga ik op zoek naar een andere kant.
De achterkant.
Een kant die mij nu nog vreemd is, maar
morgen ga ik op reis. Met de littekens van
gisteren zal ik nieuwe woorden
vinden voor wat ik nog niet eerder zag.
Om een lang verhaal kort te maken,
morgen vertrek ik.
Hoe rijm je dat?
Hoe rijm je een midzomerzondag vol regenachtige
avonturen met alle zaterdagkranten uit? En dat je
dan al weet wie reageren zal, wie nooit.
Brievenbussen leeg van luchtpostbladen. Wie
schrijft er nog, laat staan een brief aan mij.
Hoe de regen zuur drupt op lavendel.
De foto’s blauw en groen vandaag, maar o, zo mooi.
Kinderstemmen vliegen over, ik hoor hun
dunne kleren.
Langs mijn raam een kudde ganzen. Blootsvoets.
Waar komen ze vandaan?
Hoe rijm je de geuren van lavendel met ganzen
in zure regen op een midzomerzondag vol van
dunne kinderstemmen?
In de verte zie ik joggers gaan.
losgelaten
je hebt hem losgelaten
ik heb het gehoord
op een zomernamiddag
in een eenzame tuin
heb je hem vleugels gegeven
en toen laten gaan
je angst overwonnen
angst voor de pijn
hem te verliezen
hoe hij verdween
zijn eigen weg
stip in het blauw
vlinder die vogel werd
of vliegtuig misschien
je hebt hem losgelaten
jij moedige vrouw
gaf jezelf een nieuwer leven
arnhem, juni 2012
leven dood en liefde
schrijf de liefde niet
daar ligt teveel hartzeer
of men beseft dat het te weinig is
men zelf nog minder te bieden heeft
praat niet over de dood
daar hangt de angst
niet altijd
maar toch
men zal zeggen dat hij bij het leven hoort
en denken dat het over gaat
lees het leven
woorden genoeg om het groots te maken
leestekens voor de pijn
met meer zelfspot graag
en minder zinnen van hetzelfde
nr. 590
een zomerliefde
voor hij gaat
blijft hij nog een poosje
ik houd hem
vast
in het goud van een zomer
zijn ogen zijn huid
handen gevangen
tussen de heuvels
langs meanderend water
vrij van woorden
zie ik hem
mooi
het kan mooier
nu hij gaat
uit het archief, bewerkt
en kleur het raam dat uitzicht bood *
ik schrijf mijn huis met strakke ogen
gesloten achter de gordijnen
het tuinpad ligt nog onbewogen
achter wolken wil de zon niet schijnen
de lage lucht buigt rozenbogen
ik schrijf mijn huis op zwarte lijnen
ergens wordt het lot gewogen
de laatste zwaluwen verdwijnen
ik schrijf de deur wagenwijd open
hoor de trap weer stiekem kraken
en ruik het versgebakken brood
ik schrijf het veilig binnenlopen
zie de bloemen op het laken
en kleur het raam dat uitzicht bood
* uit het archief
zoveel later
die nacht is hij niet alleen
loopt iemand door het huis
op warme voeten
en met adem
iemand van de toekomst
iemand van later
die hem voortduwen zal
verschonen
helpen bij het eten
rode kool met appeltjes
niet voeren
dat is voor de vogels
die nacht lekt een traan
uit zijn gesloten ogen
blij
met nog zoveel later
schouderbloot
foto: mpm©reations
Het zijn de dagen van zachte groene
lippen, die men langzaam donker stift.
Het lispelt in de hagen.
Het is een stad van zilveren stretch,
waaruit men de japonnen knipt.
Ze bloeien in het park.
Dagen in een stad van mooi. Men
flaneert de lanen schouderbloot.
Haar voetstuk slechts een paaltje.
stel je eens voor
stel je eens voor
een stad in de zon
en dat het dan vrijdag was
markt met randen terras
ergens hoog het carillon
je kleurde de klanken
tot aan de rivier
daar zou je rusten
op lichte gedachten
zodat je zelf van zilver
traag geribbeld werd
en stromen stromen stromen
stel je eens voor
dat je dat kon
arnhem, 1 juni 2012
nr. 585